Het innemen van een standplaats wordt geregeld via artikel 5.2.3. van de APV. Hierin is een verbod opgenomen tot het aanbieden van goederen vanaf een vaste plaats in de openbare ruimte zonder vergunning van burgemeester en wethouders. Er geldt dus een vergunningplicht voor het innemen van een standplaats. In artikel 5.2.3 lid 5 van de APV zijn de weigeringsgronden van standplaatsen opgenomen aan de hand waarvan aanvragen worden getoetst.
Op basis van de APV artikel 5.2.3 lid 5 kan een vergunningaanvraag voor een permanente standplaats worden afgewezen. Een vergunning kan worden geweigerd:
Een standplaatsvergunning wordt verleend bij een positieve uitkomst na toetsing van de aanvraag aan de hand van bovenstaande mogelijke weigeringsgronden.