Artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting) brengt met zich mee, dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een standplaats, is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist.
De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden ook voor standplaatsen (artikel 2, lid 2). Op basis van de Winkeltijdenwet mag een standplaats op werkdagen (maandag tot en met zaterdag) van 06:00 uur tot 22:00 uur worden ingenomen en moet de standplaatshouder zich houden aan het koopzondagenregime. Uitzondering hierop zijn standplaatsen die zich richten op eetwaren die geschikt zijn voor directe consumptie die volgens het Vrijstellingsbesluit van de Winkeltijdenwet (artikel 12) zijn vrijgesteld van het koopzondagenregime.
In de Alcoholwet is opgenomen dat er geen alcoholhoudende drank vanaf een standplaats mag worden verkocht. Ook mag er tijdens de verkoop geen alcoholhoudende drank aanwezig zijn. Het toezicht op de naleving van de Alcoholwet geschiedt door de Voedsel- en Warenautoriteit en gemeentelijke toezichthouders van het team Toezicht Handhaving Openbare Ruimte (THOR).
Op basis van de Handelsregisterwet 1996 dient een onderneming ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Zonder de benodigde inschrijving is het niet mogelijk om goederen dan wel diensten aan te bieden.
In de Wet Milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders. Vooral aan mobiele verkoopinrichtingen van vis en snacks worden milieueisen gesteld. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van het bakken. Het gaat dan om zaken als vetafscheiding van het afvalwater en het voorkomen van stankoverlast. Dit wordt van geval tot geval beoordeeld en is afhankelijk van de situatie ter plaatse. De standplaatshouder kan verplicht worden gesteld zelf voldoende maatregelen te nemen om zwerfvuil rond de standplaats te voorkomen. Deze regels worden in de door de gemeente te verlenen vergunning opgenomen.
De Warenwet stelt regels met betrekking tot de hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de wet eisen aan de hygiëne van producten. De Warenwet geldt ook voor handel vanuit een standplaats. Per 1 september 2004 is er een Hygiënecode Ambulante Handel Eet en Drinkwaren uitgebracht door het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD). De Voedsel en Warenautoriteit (VWA) handhaaft deze wet.
In artikel 5.2.3.2 lid 5 onder f APV is aangegeven dat een vergunning voor het innemen van een standplaats geweigerd kan worden vanwege strijd met een geldend omgevingsplan.
Wanneer er wel een vergunning (zoals vereist krachtens de APV) wordt verstrekt, blijven eventuele eisen die in het geldende omgevingsplan worden gesteld, van kracht. Omdat een standplaats een mobiel karakter heeft, zal geen definitieve planologische reservering plaatsvinden.