Waarom herstellen?
De beken en sprengen worden hersteld en verbreed met als doel om:
- ruimte te bieden aan afgekoppeld regenwater
- ruimte te bieden aan overtollig grondwater
- de natuur en het beeksysteem te ontwikkelen
- recreatie langs de beken te stimuleren
- een stukje cultuurhistorie terug te brengen
Bekijk de kaart van het herstelprogramma (pdf, 1,37 MB)
Ruimte te bieden aan afgekoppeld regenwater
Apeldoorn is de plek met de meeste neerslag in Nederland. Door klimaatveranderingen valt de neerslag meer in heftige pieken. Extreme voorbeelden hiervan: op 3 juli 2009 viel in Apeldoorn 115 mm in 1,5 uur, en opnieuw heftige neerslag 28 augustus 2010. Tegelijkertijd gaat het regenwater niet meer via regenpijpen naar het riool. Deze pijpen worden afgekoppeld, en het water zoveel mogelijk op eigen terrein geïnfiltreerd. Water dat overblijft, gaat naar wadi’s in de beekzones of de beken zelf. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich verzamelt en in de bodem infiltreert. Op deze manier wordt duurzaam omgegaan met regenwater. Pieken worden afgevangen. Ook gaat er minder regenwater naar de stroomafwaarts gelegen gebieden in het IJsseldal, door regenwater zoveel mogelijk in het eigen gebied vast te houden en in beperkte mate vertraagd af te voeren. Aan de oostkant van het kanaal wordt regenwater opgevangen in de vijvers. Aan de westkant gebeurt dat zoveel mogelijk in de beekzones. Zo zijn er bij voorbeeld waterbergingen, poelen en wadi’s aangelegd in zones naast de Ugchelsebeek, de Beek in het Orderveen, de Eendrachtspreng en de Koningsbeek.
Ruimte te bieden aan overtollig grondwater
Onder invloed van klimaatveranderingen fluctueert de grondwaterstand en stijgt het grondwater in Apeldoorn op bepaalde locaties. Het grondwater is de laatste jaren al gestegen door anti-verdrogingsmaatregelen en door vermindering van de winningen, vooral voor industriële doeleinden. Dat veroorzaakt nu op een paar plaatsen al overlast. De beken en beekleidingen worden hersteld om het overtollige grondwater af te voeren en in te zetten voor bij voorbeeld natuurontwikkeling. In plaats van het simpelweg – en duur – weg te pompen, gaan we met het grondwater zo slim mogelijk om. In eerste instantie gebruiken we het – waar mogelijk – voor duurzame energie, bijvoorbeeld warmte/koudeopslag. Vervolgens gaat het water als voeding naar de beken, die het verder leiden. Het schone water is van belang voor natuurontwikkeling en voor de beleving van bewoners en bezoekers van Apeldoorn. Tot slot wordt een deel van het Griftwater gebruikt voor infiltratie als compensatie voor drinkwatervoorziening. Nu de Orderbeek bijvoorbeeld is hersteld, wordt het grondwaterprobleem in de Zanderijweg duurzaam opgelost. Ook is de grondwaterstand rond de Pieter de Hoochlaan beter beheersbaar door het herstel van de Rodebeek.
De natuur en het beeksysteem te ontwikkelen
Biodiversiteit en systeemherstel zijn belangrijke thema’s voor beekherstel. Met een systeem bedoelen we in dit geval een samenhangend geheel van verschillende beken. In Apeldoorn is de belangrijkste het Griftsysteem. Dit heet zo, omdat alle beken uitmonden in De Grift. Daarnaast zijn er de kanaalbeken die uitmonden in het Apeldoorns Kanaal.
Als de beken van Ugchelen, Apeldoorn en Epe weer goed met elkaar verbonden zijn ontstaat er een groter leefgebied voor dieren die in beken leven. Dat maakt deze soorten minder kwetsbaar.
Het is de bedoeling dat het water in de beken weer bovengronds stroomt. Zo kunnen overal vissen zwemmen. We leggen nieuwe beken aan en knappen bestaande beken op. Hierbij zorgen we voor vistrappen en een goede bodem. Een open bodem bij de bron, waar kwelwater de beken kan voeden. Een bodem van leem om stromend water in de beek te houden. Waar een betonnen bodem noodzakelijk is vullen we de beek met een onderlaag van fijn grind en zand. Soms voegen we keien toe om verschillende stroomsnelheden te creëren. Zo ontstaat er meer variatie.
In de beek planten we niet aan. Nieuwe beplanting ontstaat spontaan, in het begin vooral op plekken waar weinig stroming is. Hierdoor ontstaat een betere leefomgeving voor zeldzame diersoorten zoals de beekprik. Andere dieren hebben hier ook wat aan, zoals bermpjes en stekelbaarsjes. Waar het mogelijk is werken we met natuurlijke oevers of met zijkanten van natuurlijke materialen.
Vrijwilligers van viswerkgroep De Prik hebben in januari 2024 onderzoek gedaan naar de visstand in gedeeltes van de Grift in en rond de binnenstad. De resultaten zijn heel goed: er komen nu al veel vissen én veel verschillende soorten voor in de nieuwe beken. De beken leveren dus een goede bijdrage aan de biodiversiteit. Zo is voor het eerst sinds meer dan 50 jaar de rivierdonderpad weer in de Apeldoornse beken aangetroffen! Bekijk het item van Binnenstebuiten over beekherstel in Apeldoorn.
Naast de beken richten we beekzones in. Deze bestaan meestal uit een fiets-/voetpad en groen, zoals bomen en bloemrijke vegetatie. Meerdere bijzondere soorten maken gebruik van de beekzones, zoals de ijsvogel, de zilverreiger en de grote gele kwikstaart.
De provincie Gelderland heeft voor elke beek natuurdoelstellingen opgesteld. In de beekprojecten werken we aan de realisatie van daarvan. Het gaat daarbij om:
- HEN beken, dit zijn beken met een hoge ecologische doelstelling
- SED beken, dit zijn beken met een specifieke ecologische doelstelling
- EVZ’s, de Grift is een ecologische verbindingszone.
Hoe we dat doen en hoe we dit combineren met andere doelen is te vinden in 'Met de stroom mee', het beeldenboek voor beekherstel 2009 van Gemeente Apeldoorn en Waterschap Vallei en Veluwe.
Recreatie langs de beken te stimuleren
Voor wandelaars is het genieten door de aanleg van paden langs de beken. De paden vormen een verbinding tussen de verschillende delen van de stad en ook tussen de stad en het buitengebied. De beekzones versterken bovendien de groene identiteit van Apeldoorn. Zo gaan op enkele plekken de beken deel uit maken van grotere recreatiegebieden. Voorbeelden hiervan zijn: de Grift in het Catharina Amaliapark en de Kayersbeek in het Zuiderpark.
Een stukje cultuurhistorie terug te brengen
De beken waren belangrijk voor de ruimtelijke ontwikkeling van Apeldoorn. Langs de beken stonden veel bedrijven, voornamelijk wasserijen of papiermolens. In de stad worden zowel de beken behorend tot het Grift systeem (bij voldoende water inclusief de Badhuisspreng) als de Kanaalbeken hersteld. De beken worden ongeveer op de oude plek aangelegd. Daardoor herleeft een stukje geschiedenis.
Organisatie van beekherstel
Het herstel van de beken wordt samen met anderen opgepakt. Zo is er een structurele samenwerking met Waterschap Veluwe. Waterschap en gemeente zijn gezamenlijk opdrachtgever en investeren ook gezamenlijk in het herstel van de veertien beken. Vertegenwoordigers van beide organisaties maken deel uit van het bekenteam dat is ingesteld om de doelen en de kwaliteit van het beekherstel te bewaken.
Voor de realisatie van ieder beektraject verzorgt een projectgroep de voorbereiding. De projectgroep bestaat uit mensen met verschillende vakdisciplines van het waterschap en de gemeente. De projectgroep stelt het ontwerp op. Daarbij wordt overlegd met een klankbordgroep, waarin dorps- en wijkraden, de bekenstichting, natuur- en milieuorganisaties en soms bedrijven zijn vertegenwoordigd. Ook wordt een inloopavond voor belanghebbenden georganiseerd.
Vervolgens wordt het ontwerp definitief gemaakt en uitgewerkt in een bestek. Daarna vindt de aanbesteding plaats en wordt het project door een aannemer uitgevoerd. Na de aanleg wordt de beek beheerd door het waterschap en de omgeving door de gemeente.
Bij enkele projecten zijn er ook andere partners betrokken. Zo draagt het Ministerie van Infrastructuur en Milieu bij aan het herstel van de Eendrachtspreng. Provincie Gelderland draagt bij aan de delen van de Grift die deel uitmaken van het Regiocontract. Ook marktpartijen investeren in beekherstel zoals bij Sparta Luce en het winkelcentrum van Orden.