‘In Nederland is iedereen vrij om zijn godsdienst of levensovertuiging te kiezen’
“Een ziekenhuisopname is voor veel mensen een moment dat ze even stilgezet worden. Zeker als het langer duurt – of anders gaat – dan verwacht. Al die indrukken, de vele informatie, de emoties die spelen: het doet veel met je. Als geestelijk verzorger ben ik een luisterend oor voor de patiënten. Bij mij kunnen ze hun gedachten ordenen, stoom afblazen of gewoon vertellen wat hen bezighoudt.”
“De vrijheid van mensen om te denken wat ze willen, is essentieel in mijn werk. Mensen moeten de ruimte voelen om met hun eigen verhaal te komen. In mijn gesprekken met hen gaat het vaak over kwetsbare vragen. Waarom overkomt mij dit? Waar is dit lijden goed voor? Zulke vragen raken aan de zin van het leven: hoe past dat wat mij overkomt, in mijn levensverhaal en levensvisie?”
“Ik ben ervan overtuigd dat de vrijheid van geloven en denken nodig is om tot bloei te kunnen komen. Er moet ruimte zijn voor je waarden en overtuigingen – én ruimte om die te veranderen. Want je bent eigenlijk nooit af. Je kunt je blijven ontwikkelen tot het moment dat je sterft. Er is altijd kans om te groeien, óók in ziekte. Dat is denk ik de hoop die ik als geestelijk verzorger meedraag.”
“In onze maatschappij zijn mensen soms bang voor de overtuigingen van anderen. De sleutel in mijn werk is juist om nieuwsgierig te zijn naar de visie van een ander. Juist als iemand heel anders denkt of gelooft dan ikzelf, wil ik hem of haar beter leren kennen en begrijpen. Ik merk telkens weer dat je dan genuanceerder naar mensen leert kijken. Als je de verbinding zoekt, kun je elkaar echt verrijken.”