Een permanente standplaats betreft een standplaats die één of meerdere dagen per week gedurende een jaar wordt ingenomen. Hierbij kan worden gedacht aan een permanente vis-, snack- of bloemenkraam bij een wijkwinkelcentrum.
De standplaatsvergunning wordt volgens het principe “wie het eerst komt, wie het eerst maalt” verleend. In de standplaatsvergunning zijn voorschriften opgenomen over overdraagbaarheid, afmetingen, schoonhouden, openingstijden, brandveiligheid etc.
Een bijzondere positie neemt het voetgangersdomein in de binnenstad in. In het voetgangersdomein worden geen nieuwe vaste of permanente standplaatsen uitgegeven. Voetgangersbewegingen, bevoorrading van winkels, uitstallingen, huwelijksceremonies, bereikbaarheid voor hulpverlenende diensten en het uiterlijk aanzien van het winkelcentrum maakt dat ongewenst.
Tijdelijke seizoensgebonden standplaatsen zijn ook aan te merken als permanente standplaatsen. Hierbij is sprake van een (beoogd) gebruik door een standplaatshouder voor een bepaalde tijd, tot
een maximum van twee maanden. Voorbeelden hiervan zijn standplaatsen voor een oliebollenverkoop in de binnenstad, winkelcentrum “t Fort en winkelcentrum de Anklaar.