Graslandplanten
Graslandplanten vormen de basis van graslanden. Vanaf een afstandje lijken graslanden soms saai en met veel dezelfde soorten. En dat is vaak ook zo. Maar als een grasland op een goede manier beheerd wordt, kan het ook een heel biodivers ecosysteem zijn. Dit betekent dat er veel verschillende soorten planten en dieren voorkomen.
Planten krijgen hun energie door fotosynthese. Van energie uit zonlicht, water en CO2 maakt de plant suikers en zuurstof. Dit proces vindt plaats in groene bladeren. Planten kun je op verschillende manieren in groepen indelen. Een paar bekende groepen zijn bomen en struiken, zaadplanten, varens, vleesetende planten, waterplanten en mossen. De bekendste groep planten zijn de zaadplanten. Hun bloemen zijn opvallende geslachtsorganen. De mannelijke delen hiervan zijn de meeldraden met stuifmeel. Het vrouwelijke deel is de stamper. Als het stuifmeel in de stamper komt, vindt bestuiving plaats. Na de bestuiving wordt een zaadje gevormd waaruit weer een plant kan groeien. Veel planten hebben insecten nodig voor de bestuiving. Insecten brengen het stuifmeel van de ene bloem over op de stamper van een andere bloem. Andere planten zijn windbestuivers: als zij hun stuifmeel loslaten, voert de wind het mee naar andere bloemen.