Voor kleinere zoogdieren, insecten en vogels zijn de groene wiggen belangrijke verbindingen tussen de stad en het buitengebied. Hierdoor staat de biodiversiteit in de stad niet los van de biodiversiteit daarbuiten. Met biodiversiteit bedoelen we soortenrijkdom.
Aan de oostkant van de stad lijken de wiggen wel vingers die vanuit het buitengebied de stad binnenkomen. De wiggen zijn vanaf het noorden naar het zuiden de groene gebieden van het Wolvenbos, het Drostendal, Zonnehoeve en het Elsbos in het Beekbergsebroek. Ook het Park Zuidbroek is inmiddels een mooie verbinding. En de groene ruimte in Zonnehoeve brengt je vanuit de stad naar het buitengebied. Aan de verbinding aan de zuidkant, van het Matenpark naar het Beekbergerwoud, wordt nog gewerkt. Het Wolvenbos bestaat vooral uit boerenland met daarin een landgoed.
Je vindt hier allerlei soorten: kikkers en padden, steenuilen, groenlingen en geelgorzen. Ook zijn er wezels en hermelijnen en kan je oranjetipjes en pinksterbloemen vinden. De blauwborst heeft Park Zuidbroek gevonden en tussen de bosjes van het Beekbergsebroek kan je reeën tegenkomen.
De routes via de fietsknooppunten lopen via de groene wiggen de stad uit. Als je wil, kan je via een andere wig de stad weer in. Zo kun je een kleine fietstocht maken maar ben je nooit ver van de stad. En heb je wel door gebieden gereden die altijd weer verrassen. Zoals Landgoed Woudhuizen, het Beekbergerwoud en het Weteringsebroek.
