Bosplanten in Apeldoorn
Fotograaf: Michiel Visch
Bosplanten in Apeldoorn

In deze atlas zijn de planten ingedeeld op basis van hun belangrijkste groeiplaats. Bosplanten zijn heel belangrijk voor het bosecosysteem. Dat is de samenwerking van het geheel van planten en dieren in het bos.

Bosplanten

Bosplanten zijn belangrijk voor de waterhuishouding en voor het behoud van de bodem. Ook geven planten beschutting aan kleine dieren en vogels. En veel dieren eten van de planten zoals vlinders, bijen en vogels.

Planten krijgen hun energie door fotosynthese. Van energie uit zonlicht, water en CO2  maakt de plant suikers en zuurstof. Dit proces vindt plaats in groene bladeren. Planten kun je op verschillende manieren in groepen indelen. Een paar bekende groepen zijn bomen en struiken, zaadplanten, varens, vleesetende planten, waterplanten en mossen. De bekendste groep planten zijn de zaadplanten. Hun bloemen zijn opvallende geslachtsorganen. De mannelijke delen hiervan zijn de meeldraden met stuifmeel. Het vrouwelijke deel is de stamper. Als het stuifmeel in de stamper komt, vindt bestuiving plaats. Na de bestuiving wordt een zaadje gevormd waaruit weer een plant kan groeien. Veel planten hebben insecten nodig voor de bestuiving. Insecten brengen het stuifmeel van de ene bloem over op de stamper van een andere bloem. Andere planten zijn windbestuivers: als zij hun stuifmeel loslaten, voert de wind het mee naar andere bloemen. 

Dubbelloof
Dubbelloof. Fotograaf: Ruud Knol
Dubbelloof
Dubbelloof in Apeldoorn. Bron: NDFF (met toestemming BIJ12 voor publicatie op hogere nauwkeurigheid).

Dubbelloof

Dubbelloof (Struthiopteris spicant) is een bijzondere varen die ongeveer 40 centimeter hoog wordt. Hij heet zo omdat hij twee verschillende bladeren heeft. Het normale blad is diep ingesneden. Dit blad hangt een beetje. Als de plant ouder wordt, krijgt hij vruchtbare bladen. Die staan omhoog. De varen verspreidt zich door sporen. Een spore is een cel die uitgroeit tot een nieuwe varen. De sporen zijn tussen juli en september rijp. In de winter valt dubbelloof op omdat de bladeren groen blijven. Een leuk weetje: vroeger werd het loof gebruikt als vulling voor matrassen en als strooisel voor het vee. Dubbelloof lijkt op de eikvaren, maar bij dubbelloof zijn de stelen van het blad korter en zijn de bladen bij de voet smaller. Ook heeft dubbelloof meer bladslippen, die dan wel weer kleiner zijn. Bladslippen zijn onderdelen van vergroeide bladeren.

Voorkomen
Dubbelloof komt op veel plekken in Nederland voor. Hij heeft een voorkeur voor greppels en vochtige bossen op arme grond. Je vindt hem ook langs sprengen op de Veluwe, maar niet zo gauw in de duinen. Een spreng is een aangelegde beek met grondwater als bron. In Apeldoorn komt deze varen vooral voor langs de sprengenbeken. Onder meer bij de Rode Beek, de Orderbeek en op de Veluwe. Wil je hem zien, kijk dan vooral aan de randen van de beken.

Bedreigingen en kansen
Dubbelloof neemt op veel plekken af. Dat komt vooral doordat er te veel voedingsstoffen in de bodem zitten en omdat de grond te intensief gebruikt wordt. Dubbelloof groeit het best als het met rust gelaten wordt.   

Terug naar alle bosplanten Terug naar startpagina Natuuratlas

Jeneverbes
Jeneverbes. Fotograaf: Michiel Visch
Jeneverbes
Jeneverbes in Apeldoorn. Bron: NDFF (met toestemming BIJ12 voor publicatie op hogere nauwkeurigheid).

Jeneverbes

De jeneverbes (Juniperus communis) is blauwgrijs van kleur. Hij staat alleen of in kleine groepjes bij elkaar op open heidevelden of op zandverstuivingen. Een zandverstuiving is een open plek in de heide of de duinen waar geen planten groeien. Soms staat de jeneverbes als een zuil omhoog. Andere keren is het meer een brede struik. De jeneverbes kan vier tot tien meter hoog worden. Aan de bovenkant van de naalden zit een strook met open huidmondjes die je zonder vergrootglas al bijna kunt zien. Voor de bestuiving heeft de jeneverbes andere jeneverbessen in de buurt nodig. De boom heeft namelijk maar één geslacht, hij is mannelijk of vrouwelijk. Als de jeneverbes stuifmeel afgeeft zie je dit als een stofwolk rondom de boom.

De naam laat zich raden. De bessen van de struik zijn na twee jaar rijp en worden gebruikt in jenever. Maar ook voor stoofpotten of voor het inmaken van zuurkool.

Voorkomen
De jeneverbes komt voor op heidevelden en zandverstuivingen in het oosten en zuiden van Nederland. Op de Veluwe vind je hem veel, bijvoorbeeld op de Loenermark of op de heidevelden bij Hoog Buurlo.

Bedreigingen en kansen
Sinds 1950 zijn er steeds minder jeneverbessen in Nederland. Dat komt doordat grond steeds vaker beheerd werd door mensen. Lange tijd kwamen er geen jonge planten bij, maar sinds het aantal jaren gebeurt dat toch weer.

Terug naar alle bosplanten Terug naar startpagina Natuuratlas

Paarbladig goudveil
Paarbladig goudveil. Fotograaf: Ruud Knol
Paarbladig goudveil
Paarbladig goudveil in Apeldoorn. Bron: NDFF (met toestemming BIJ12 voor publicatie op hogere nauwkeurigheid).

Paarbladig goudveil

Paarbladig goudveil (Chrysosplenium oppositifolium) is een plantje dat laag blijft. Hij wordt ongeveer tien centimeter hoog en heeft een vierkante stengel. Hij bloeit in april en mei en heeft groene bloemetjes. De plant wortelt op de knopen in de bodem. Een knoop is het stuk van de stengel waar een blad begint. Dit stukje is wat dikker dan de rest van de stengel. De stengels liggen op de bodem. Deze vertakken zich, waardoor soms hele stukken grond bedekt zijn met de soort. De hoofdstengels komen wel een beetje omhoog en hebben bloemen.

Voorkomen
In Nederland komt paarbladig goudveil bijna niet voor, alleen in Gelderland, Limburg, Overijssel en Drenthe. Hij houdt van vochtige grond in heuvelachtig land. Je vindt hem daar langs beekjes en bronnen met heel schoon water. In het water moeten veel voedingsstoffen en zuurstof zitten. Ook is het goed als de beek of bron af en toe overstroomt. Het is voor deze plant belangrijk dat de situatie waarin hij leeft altijd hetzelfde is. Zo moet de temperatuur altijd hetzelfde zijn en mag het water niet bevriezen. Tijdens droge, warme zomers moet het water uit de bronnen blijven stromen. In de gemeente Apeldoorn vind je de soort bij de sprengen, dat zijn aangelegde beken, vlakbij kwelwater. Kwelwater is grondwater dat door druk uit de bodem omhoog komt.

Bedreigingen en kansen
Voor paarbladig goudveil is het niet goed dat het steeds droger wordt in Nederland. Of als het water vervuild raakt. Ook kunnen andere planten er voor zorgen dat hij verdwijnt. Als er langs de sprengen goed gekapt wordt, kan de goudveil zich uitbreiden.

Terug naar alle bosplanten Terug naar startpagina Natuuratlas

Bosanemoon
Bosanemoon. Fotograaf: Marchien van Looij
Bosanemoon
Bosanemoon in Apeldoorn. Bron: NDFF (met toestemming BIJ12 voor publicatie op hogere nauwkeurigheid).

Bosanemoon

De bloem van de bosanemoon (Anemone nemorosa) heeft meestal zes witte bloemblaadjes. Vaak zijn ze aan de achterzijde roze. Aan de meeldraden heeft hij gele helmknoppen. Hierdoor lijkt het of hij een geel hart heeft. Onder de grond vormen de bosanemonen een stelsel van wortelstokken, waardoor zij soms hele stukken grond bedekken. De bladeren van de plant staan in een krans en bestaan uit drie delen. De bosanemoon bloeit in het vroege voorjaar, als de bladeren nog niet aan de bomen zitten. Vooral in bossen met veel oude loofbomen, zoals eiken en beuken. Je kunt hem ook vinden aan waterkanten en in bermen waar vroeger een wal met bomen of planten stond.

Voorkomen
De bosanemoon komt voor in loofbossen met grond met veel voedingsstoffen en humus. Dat is vooral in het oosten van het land, in Zuid-Limburg en in de duinen van Noord- en Zuid-Holland. In Apeldoorn vind je hem onder meer aan de Traandijk en langs de Oude Beek in Beekbergen.

Bedreigingen en kansen
De plant verspreidt zich door het wortelstelsel dat hij onder de grond maakt. Hij kan zich elk jaar wel een meter uitbreiden. De bosanemoon verspreidt zich niet door zaden. Ook komt het eigenlijk niet voor dat de soort zomaar op een nieuwe plek gaat groeien. Daarom moeten we goed zorgen voor de plekken waar hij groeit.

Terug naar alle bosplanten Terug naar startpagina Natuuratlas

Uw Reactie
Uw Reactie