Bij de verbranding van hout komen schadelijke stoffen vrij, zoals fijnstof, koolwaterstoffen, benzeen en koolmonoxide. De rook is voor iedereen ongezond, maar vooral voor mensen met luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten, ouderen en kinderen. Zij krijgen meer en eerder klachten bij het inademen van rook. Daarnaast kan het stoken van hout voor geur- en rookoverlast zorgen.
Verantwoord stoken leidt tot minder kans op rook- en geuroverlast, minder luchtverontreiniging en spaart de gezondheid van de gebruiker en de buren.
Door op de juiste manier en op een geschikt moment te stoken, kunt u overlast voor anderen en gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk beperken.
Heeft u last van een vuurkorf, open haard of houtkachel in uw omgeving? Overleg dan eerst met de ‘stoker’.
Een vriendelijk gesprek leidt er vaak al toe dat buren wat meer rekening met elkaar houden en hun stookgedrag aanpassen. De oplossing kan vaak vrij eenvoudig zijn. Ook kunt u verwijzen naar Milieu Centraal voor concrete tips voor het beter stoken van hout.
De gemeente heeft op basis van de huidige wetgeving weinig mogelijkheden om stookoverlast tegen te gaan. Nederland kent geen specifieke landelijke regels voor houtstook en het kan soms lastig zijn om te bepalen wanneer er sprake is van overlast. Het is dus belangrijk om er samen goed uit te komen.
Komt u er na een gesprek echt niet uit? Dan kunt u contact opnemen met de gemeente.
Heeft u na het lezen van de informatie toch nog vragen over de regelgeving? Neem dan contact op met het team Toezicht en Handhaving via telefoonnummer 14 055 of via het online contactformulier.