Vrijhouden van doorgangen
- Woningen, bedrijven, herdenkingsmonumenten en reclameboodschappen moeten zichtbaar en toegankelijk blijven
- Objecten worden zo veel mogelijk recht voor het pand geplaatst waar de werkzaamheden worden uitgevoerd.
- Voorbijgangers op het trottoir hebben minimaal 1,50 meter ruimte om ongehinderd te passeren. In winkelstraten is dit minimaal twee meter. Bij het plaatsen van een steiger is een onderdoorgang voor voetgangers verplicht met een minimale hoogte van 2,30 meter en een minimale breedte van 0,85 meter als er anders niet voldoende doorloopruimte is.
- Het object/voertuig staat ten minste twee en een halve meter af van:
- bomen en andere groenvoorzieningen
- de hoek van de straat, gemeten vanaf de hoek van de gevel
- oversteekplaatsen voor voetgangers
- elektriciteitspalen, bovenleidingpalen, transformatorhuisjes, kabelkasten en halteperrons
- Ambulances, politie- en brandweerwagens kunnen ongehinderd passeren. Minimale doorrijdbreedte van de weg: 3,50 meter, minimale doorrijhoogte: 4,20 meter
- Zorg indien nodig voor een deugdelijke afzetting. U mag geen afzetlint gebruiken.
- Een betaald parkeervak kan worden bezet indien u het vereiste tarief betaalt.
- Houd onder- en bovengrondse brandkranen vrij.
- Zorg dat u geen geparkeerde auto’s insluit.