Veelgestelde vragen en antwoorden over gebiedsvisie Stadsrand Zuid

Op maandag 15 april en dinsdag 16 april 2024 hebben we ruim 300 belangstellenden bijgepraat over de gebiedsvisie Stadsrand Zuid. Alle gestelde vragen en antwoorden vindt u hieronder.

Wat is de precies de status van de concepten ‘De Mooiste Stadrand’ en ‘Wonen aan het Woeste Woud’?

Deze concepten zijn een schetsmatige uitwerking van het programma voor wonen, werken, natuur en de energieopgave in onze gemeente, zoals beschreven in de Omgevingsvisie. Ze zijn bedoeld als basis voor de gesprekken met de raad en inwoners. Uiteindelijk komen alle ideeën samen in één plan voor de Zuidrand, dat door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

Bekijk de Omgevingsvisie op onze website. Pagina’s 100 t/m 103 gaan over de Zuidrand.

Waarom wordt er in de concepten geen rekening gehouden met bestaande woningen en bedrijven?

Om voldoende ruimte te bieden voor discussie en verdere uitwerking zijn de schetsen abstract gehouden. Op die manier proberen we de verschillen tussen de concepten op hoofdlijnen scherp te krijgen. Daarom is nog slechts beperkt rekening gehouden met de precieze ligging van woningen en bedrijven.

Er is al maanden gewerkt aan deze concepten, waarom is er niet eerder met inwoners en ondernemers gesproken?

De beide concepten zijn juist gemaakt als start voor de gesprekken met inwoners en ondernemers in het gebied.

Waarom zijn de concepten anders dan de tekeningen die eerder zijn getoond op de bijeenkomsten rond Host City?

Tijdens de presentatie van Host-City hebben we tekeningen laten zien die zijn gebaseerd op de Omgevingsvisie 'Woest aantrekkelijk Apeldoorn'. Deze tekeningen tonen ook enkele ruwe plannen voor het nieuwe woongebied waar Host-City deel van uitmaakt. Het ontwikkelen van de twee concepten voor de hele Zuidrand maakt deel uit van de verdere uitwerking van deze visie. Tijdens de informatieavonden over Host-City waren deze concepten nog niet volledig klaar.

Waarom is er niets gedaan met de opmerkingen uit Klarenbeek op de omgevingsvisie?

Alle inspraakreacties zijn verwerkt in de Reactienota die hoort bij de vastgestelde Omgevingsvisie. Daarin is aangegeven welke reactie wel en welke niet tot aanpassing van de omgevingsvisie heeft geleid.

Is bouwen over de A50 niet in strijd met de omgevingsvisie?

Nee. In de Omgevingsvisie is in het gebied ten oosten van de A50 een zoekgebied voor 150 hectare netto aan zonnepanelen gepland, bij voorkeur in combinatie met windenergie. In de twee getoonde concepten laten we zien hoe de functies wonen, werken, energie en natuur over het gebied verdeeld zouden kunnen worden.

Past de ontwikkeling van dit gebied in het beleid van Rijk en provincie?

De concepten zijn gebaseerd op de Omgevingsvisie, die destijds voldeed aan het beleid van het Rijk en de provincie. Als dit beleid verandert en voor ons bindend wordt, heeft dat ook invloed op hoe we de Zuidrand ontwikkelen. We houden hier rekening mee bij het verder uitwerken van de plannen.

Elke vier jaar maken we samen met andere steden in de Regio Stedendriehoek afspraken over waar we bedrijventerreinen willen hebben. Dit noemen we het Regionaal Programma Werklocaties (RPW), omdat het verplicht is vanuit de provincie. Voor het nieuwe RPW kijken we naar nieuwe schattingen van hoeveel ruimte we nodig hebben. In het huidige plan mogen we in Apeldoorn gebieden zoals Ecofactorij II, de Kameleon, Kieveen en Uddel II ontwikkelen. Maar het gebied bij de Kar staat daar niet in. Op dit moment werken we aan een nieuw plan waar we ook dat gebied bij de Kar willen opnemen. We verwachten dat we hier eind 2024 een beslissing over nemen.

Welke onderzoeken gaan er nog plaatsvinden?

Er wordt een milieueffectrapport opgesteld, waarin de resultaten van de verschillende milieuonderzoeken opgenomen worden. Denk daarbij aan een geluidsonderzoek, bodemonderzoek of onderzoek naar natuurwaarden.

Hoe lang gaat de gehele gebiedsontwikkeling duren?

De eerste fase van het nieuwe woongebied, Host-City, zal volgens de huidige planning in 2029 gereed zijn. Voor de verdere ontwikkeling van de Zuidrand hebben we nog geen exacte tijdlijn, maar we denken dat het minstens tien jaar zal duren.

Gaat de gemeente inwoners en ondernemers uitkopen?

We gaan niet alle bewoners en bedrijven uitkopen. Sommige woningen en bedrijven kunnen blijven, afhankelijk van hoe het gebied wordt ingericht. We overwegen mogelijk wel om bepaalde stukken land te kopen, maar welke precies hangt af van hoe het uiteindelijke plan eruitziet.

Bij een ontwikkeling als deze werkt de gemeente vaak samen met marktpartijen, die mogelijk ook grond willen kopen.

Als u daar vragen over heeft, kunt u contact opnemen met ons via mailadres zuidrand@apeldoorn.nl.

Wat zijn de mogelijkheden om zelf woningen te ontwikkelen?

Dat is afhankelijk van de uiteindelijke inrichting van het gebied. Daarbij is het belangrijk om te weten dat alle ontwikkelingen financieel moeten bijdragen aan de kosten voor gemeenschappelijke voorzieningen, zoals infrastructuur. Als u hier meer informatie over wilt, kunt u dat via zuidrand@apeldoorn.nl vragen.

Wat moet ik doen als ik word benaderd door private partijen die mijn grond willen kopen?

Let hierbij altijd goed op met wie u in zee gaat. U kunt altijd bij ons terecht voor informatie, via zuidrand@apeldoorn.nl.

Is het mogelijk dat als mensen weigeren mee te werken, de gemeente overgaat tot onteigening?

Als de gemeente grond wil kopen, proberen we dat altijd in goed overleg met elkaar te doen. Onteigening is een laatste optie en is ook afhankelijk van wat op een plek komt.

Wordt de waardevermindering van mijn woning gecompenseerd?

Pas wanneer we weten wat er precies gaat gebeuren, kunnen we beoordelen of er waardevermindering optreedt

Kan ik in mijn woning blijven wonen en is het nog verstandig om te investeren in mijn woning?

Dat is op dit moment nog niet te zeggen. Daarvoor moet eerst duidelijk zijn wat er op welke locatie gaat komen.

Waarom heb ik geen uitnodiging gekregen voor deze avond?

Dat kunnen wij niet precies zeggen. Wel breiden we op dit moment het adressenbestand uit.


Is de participatie in strijd met het Verdrag van Aarhus?

Het Rijk heeft het Verdrag van Aarhus vertaald naar nationale wetten, zoals de Omgevingswet. Participatie is een belangrijk onderwerp in deze wet. De gemeente houdt zich bij het ontwikkelen van Zuidrand aan de Omgevingswet. 

Hoe kunnen mensen straks met de auto in en uit het gebied komen?

Dit hangt vooral af van waar de huizen en bedrijven komen te staan. Een belangrijke weg die waarschijnlijk moet worden aangepakt, is de verbinding tussen Kayersdijk en Kanaal Zuid.

Brengt het verbinden van Kayersdijk met Kanaal Zuid veel verkeer op de Woudweg/Hoofdweg richting Klarenbeek en wordt dit dan een sluiproute?

Sluipverkeer is vanaf het begin van dit proces al een belangrijk aandachtspunt voor ons. Dit betekent dat we het verkeerssysteem zo proberen in te richten dat er zo min mogelijk sluipverkeer is. Maar als er meer huizen komen, zal er automatisch meer verkeer zijn. We proberen dit zoveel mogelijk via de hoofdwegen te laten plaatsvinden, maar kunnen niet overal voorkomen dat het drukker wordt.

Hoe zit het met sluipverkeer vanaf de nieuwe woonwijk richting de aansluiting Loenen op de A50?

Zie hierboven.

Wordt de Elsbosweg gebruikt als ontsluitingsweg?

Dat is nu nog niet duidelijk. Wel blijft de Elsbosweg de hoofdroute voor fietsers van en naar Klarenbeek.

Kunnen we straks nog wel over de Polderweg naar Apeldoorn, of wordt die weg afgekoppeld van De Maten?

Zie hierboven.

Zijn zonnevelden op goede landbouwgrond niet in strijd met het nieuwe beleid van de overheid?

Het is toegestaan zonnevelden aan te leggen op goede landbouwgrond volgens Rijks- en provinciaal beleid. Het beleid gaat uit van een nieuwe ‘voorkeursvolgorde zon’ die waarschijnlijk op 1 januari 2025 wordt opgenomen in de regels van de provincie. Deze voorkeursvolgorde is geen verplichting, maar heeft wel de voorkeur.

We kijken eerst naar het plaatsen van zonnepanelen op daken en gevels (stap 1) en op gronden binnen en buiten bestaand bebouwd gebied (stap 2 en 3). Als deze stappen niet genoeg mogelijkheden bieden, dan wordt het plaatsen van zonnepanelen op landbouw- en natuurgronden (stap 4) overwogen, maar onder bepaalde voorwaarden. 

Waarom worden niet eerst alle daken vol gelegd met zonnepanelen en daarna pas het landschap?

De gemeente Apeldoorn heeft in de Omgevingsvisie bepaald om in 2050 energieneutraal te zijn. Om dit doel te halen, is berekend dat zonnepanelen op daken niet voldoende zijn. Daarom zijn ook zonneparken nodig. De gemeente heeft besloten dat er vóór 2030 in totaal 250 hectare zonnepanelen geplaatst moeten zijn in zonneparken.

Is het ook mogelijk de zonnepanelen op het talud van de A1 te plaatsen?

Rijkswaterstaat is eigenaar van de gronden langs de A1. In hun programma voor het opwekken van energie onderzoekt Rijkswaterstaat samen met de omgeving waar en hoe ze grootschalig energie kunnen opwekken op Rijksgronden. Mogelijk kan een klein gedeelte van de geplande zonnepanelen hier geplaatst worden.

Waarom is besloten in dit gebied 150 hectare zonnevelden te plaatsen en niet ergens anders in Apeldoorn?

In de Omgevingsvisie van februari 2022 is vastgelegd waar in de gemeente ruimte is voor wonen, werken, zonneparken en natuur. Voor zonneparken heeft de gemeenteraad besloten om ze te concentreren in drie gebieden in het buitengebied om te voorkomen dat er overal kleine zonnevelden ontstaan. Hierdoor blijven kwetsbare gebieden gespaard en houden we ruimte voor andere plannen in de rest van de gemeente Apeldoorn. Ook is gekeken naar de locaties waar de zonneparken het beste kunnen worden aangesloten op het huidige en toekomstige elektriciteitsnetwerk van netbeheerder Liander. We benutten ook kansen om zonneparken te koppelen aan plekken waar veel energie wordt gebruikt, zoals bestaande en nieuwe bedrijventerreinen.

Hoe zit het met netcongestie en kunnen de woningen en zonnevelden wel worden aangesloten?

Het aansluiten van zonnevelden is niet altijd makkelijk. Je hebt namelijk een speciale aansluiting nodig, de zogenaamde grootverbruikersaansluiting. Maar door problemen met overbelasting van het elektriciteitsnet is het op dit moment niet altijd mogelijk om zo'n aansluiting te krijgen. Als een ontwikkelaar of energiecoöperatie een zonnepark wil bouwen, moeten ze een aanvraag indienen bij de netbeheerder. In Gelderland is er momenteel geen ruimte beschikbaar op het stroomnet, dus moeten projecten wachten tot er wel ruimte is. Dit kan een paar maanden tot zelfs jaren duren. Gelukkig breiden de netbeheerders momenteel hun elektriciteitsstations uit om meer ruimte te creëren op het net. De provincie helpt initiatiefnemers die willen bijdragen aan het verminderen van problemen met het net, of die het net juist efficiënter willen gebruiken (netneutraal).

Nieuwe huizen hebben een andere soort aansluiting nodig dan zonneparken, namelijk een kleinverbruikersaansluiting. Op dit moment is er nog geen sprake van overbelasting van het net voor deze aansluitingen die nodig zijn voor huizen. Maar de ruimte op de onderstations van Liander voor kleinverbruikers neemt wel af. Hierdoor is er een grotere kans dat ook huizen te maken krijgen met overbelasting van het net.

De gemeente werkt nauw samen met Liander, de netbeheerder, om snel te reageren als er problemen dreigen te ontstaan met het net bij nieuwe woningen. Voor sommige gemeenschappelijke warmtevoorzieningen, zoals warmtenetten, zijn speciale aansluitingen nodig. Omdat individuele warmtepompen meer belasting op het net veroorzaken, kan het zijn dat deze speciale aansluitingen toch mogelijk zijn.

Komen er ook nog windmolens in dit gebied, bijvoorbeeld bij de Kar of op de Ecofactorij?

In de Omgevingsvisie staat dat het gebied rondom Klarenbeek mogelijk geschikt is voor windmolens. Het is echter nog onzeker of en hoeveel energie windturbines kunnen opwekken vóór 2030. Recentelijk hebben de Gedeputeerde Staten van Gelderland besloten dat onder bepaalde voorwaarden windmolens mogelijk zijn, maar dan op een afstand van 1-8 kilometer van de Veluwe. De effecten van windmolens op de omgeving moeten nog verder worden onderzocht.

Het gebied is erg nat. Kan hier wel gebouwd worden en hoe voorkomt u waterproblemen zoals in Zuidbroek?

Het gebied is inderdaad lager en natter dan de rest van Apeldoorn. Dit wordt met name veroorzaakt door kwelwater van de Veluwe dat in dit gebied uit de bodem omhoog komt. Door klimaatveranderingen zullen we vaker extreme weersomstandigheden zien, zoals natte winters en droge zomers met zware regenval. Bij de nieuwe huizenbouw houden we hier rekening mee door bijvoorbeeld huizen te bouwen die beter bestand zijn tegen het veranderende klimaat. We vinden het ook belangrijk om water in het gebied vast te houden en op te slaan. Om overlast te beperken, maar ook om tijdens droge periodes voldoende water beschikbaar te hebben voor bijvoorbeeld de landbouw en drinkwatervoorziening.

Het waterschap Vallei en Veluwe is nauw betrokken bij deze ontwikkeling.

Hoe wordt wateroverlast aangepakt voor bestaande woningen en gronden, aangezien dit nu al een probleem is dat alleen maar erger lijkt te worden?

In algemene zin geldt voor kelders en hoog grondwater: kelders moeten waterdicht zijn en de eigenaren moeten daar zelf voor zorgen. De gemeente moet ervoor zorgen dat bij nieuwe plannen bestaande huizen geen last krijgen van wateroverlast, zoals geen water in huis door nieuwe bouwprojecten.

Afhankelijk van de hoogte van het land en hoe het grondwater daar beweegt, kan het gebeuren dat het water net zo hoog komt als het land zelf. Nieuwe bouwwerken moeten daarom rekening houden met deze volle grond en de hoogtes van de nabijgelegen gebouwen.

We ontwikkelen het gebied ‘water en bodem sturend’. Dit betekent dat we het waterpeil regelen met drainage, sloten en stuwen. Maar bij langdurige droogte of hevige regenval kan het waterpeil flink schommelen. Dit komt doordat de grondwaterstand natuurlijk hoger wordt door regenval en kwel.

We gaan een steviger beheer van waterpeilen invoeren om extremen aan te kunnen. Dat betekent dat we meer water gaan vasthouden en langzamer laten wegstromen.
Door water en bodem sturend te ontwikkelen, voorkomen we grote veranderingen in het landschap, zoals grote ophogingen of diepe uitgravingen. Dit beschermt de natuurlijke opbouw van de grond en het waterbeheer. Zo vermijden we dat nieuwe gebouwen hoger liggen dan bestaande, waardoor het risico op wateroverlast voor de bestaande woningen wordt verminderd.

Wat voor huizen worden gebouwd en voor wie zijn ze?

In dit gebied komen verschillende soorten huizen: van betaalbaar tot luxe, zowel te huur als te koop, en voor allerlei mensen.

Gaat u ook bouwen voor bijzondere doelgroepen, zoals statushouders en arbeidsmigranten, en zijn de flexwoningen daarvoor bedoeld?

Het project Host-City gaat uit van 300 vaste woningen en 200 kavels waarop flexwoningen geplaatst kunnen worden. Host-City is niet bedoeld voor een specifieke doelgroep. Voor de 300 vaste woningen geldt hetzelfde als bovenstaand, een mix van verschillende doelgroepen. De flexwoningen worden verhuurd door lokale woningcorporaties volgens hun huidige toewijzingsbeleid, waardoor ze beschikbaar komen de lokale woningzoekenden.

Waarom is de woningbouw niet verdeeld over de noord- en zuidkant van Apeldoorn?

De gemeente verdeelt de bouw van nieuwe huizen over de gehele gemeente, zowel in de stad als in de dorpen. In Apeldoorn-Noord wordt de wijk Zuidbroek afgerond en willen we extra bedrijven aansluiten op de bedrijventerreinen Stadhoudersmolen en bedrijvenpark Apeldoorn-Noord. In de Omgevingsvisie staat dat er vooral veel nieuwe huizen komen in de binnenstad, langs het kanaal en bij het spoor. Maar dit is niet genoeg om aan de toekomstige woningbehoefte te voldoen. Daarom staat dat er in de Omgevingsvisie ook dat we de stad willen uitbreiden en 2000 tot 3000 nieuwe huizen willen bouwen in de Zuidrand.

Kunt u aangeven hoeveel banen er beschikbaar komen op het bedrijventerrein?

Nee. De werkgelegenheid is wel één van de kenmerken op basis waarvan de uitbreidingsvraag wordt berekend.

Toelichting
De uitbreidingsvraag wordt berekend met een afgeleide methode van de oorspronkelijke Bedrijfslocatiemonitor (BLM, opgesteld door CPB/PBL in 2001). De basis voor deze zogenaamde terreinquotiëntenmethodiek is dat werkgelegenheid, en het ruimtegebruik per werknemer, een graadmeter is voor de ruimtevraag van bedrijven. De methode kent drie parameters:
1. Werkgelegenheid: met hoeveel banen neemt de werkgelegenheid toe?
2. Locatievoorkeur: welk deel (%) daarvan komt op bedrijventerreinen terecht?
3. Terreinquotiënt: hoeveel ruimte (in m² kavel) heeft elke baan op een bedrijventerrein nodig?

Voor welke bedrijven wordt het bedrijventerrein ontwikkeld?

In de omgevingsvisie staat dat Ecofactorij II en het zoekgebied bij de Kar voornamelijk bedoeld zijn voor grootschaligelogistiek en de maakindustrie.    

Welke toekomst heb ik als agrariër in dit gebied?

In de toekomst blijft landbouw een rol spelen in de Zuidrand. We gaan gesprekken voeren met de boeren over hun toekomstplannen. We kijken ook naar mogelijkheden voor overgang naar duurzame landbouw en het combineren met recreatie, natuur of energie in de plannen.

Waar moet ik heen als agrariër en waarom is er geen rekening met ons gehouden?

Zie het bovenstaande antwoord.

Kunnen we door de vele zonnevelden en bijbehorende omheiningen nog wel veilig fietsen naar Apeldoorn?

Daar zullen we bij de uiteindelijke inrichting van het gebied rekening mee houden.

Kunnen zonnevelden ook zomaar worden ingewisseld voor woningbouw als blijkt dat er toch minder zonnevelden nodig zijn?

Als de raad het plan voor de Zuidrand in de toekomst heeft goedgekeurd, kunnen functies niet zomaar van plaats veranderen. Als dat moet, moeten we een nieuw plan maken en dat aan de raad voorleggen.

Uw Reactie
Uw Reactie