Ruimte om te groeien
Onze boomverzorgers controleren of bomen goed kunnen groeien. We kijken dan of de boom gezond is en genoeg ruimte heeft om te groeien. Het kan zijn dat we een boom moeten snoeien of dat de groeiplaats extra bemesting of beluchting nodig heeft. In sommige gevallen is kap onvermijdelijk.
Dood hout, nieuw leven
Op plekken waar dit verantwoord kan, laten we vaker dode takken liggen of dode bomen staan. Dit doen we omdat oud en dood hout heel waardevol zijn in de natuur. Het biedt een bron voor veel leven, van zeldzame schimmels tot vleermuizen en van kevers tot korstmossen. Ziet u dus een dode boom in het bos of park liggen? De kans is groot dat onze ecologisch beheerders deze boom expres laten liggen.
Bomenkap en nieuwe aanplant
Om genoeg gezonde bomen in onze gemeente te houden, is het nodig om jaarlijks een aantal bomen te vervangen en nieuw aan te planten. Soms moet dat, omdat een boom te oud of ziek is. Soms is het ook onvermijdelijk dat een boom plaats moet maken voor iets anders, bijvoorbeeld een weg of gebouw. Waar mogelijk planten we voor iedere gekapte boom er één terug. Dat doen we soms op dezelfde plek, en soms ergens anders.
We kijken bij het planten van nieuwe bomen natuurlijk goed naar een verbetering van de groeiomstandigheden, zodat de juiste boom op de juiste plaats staat. Onder de grond heeft een boom evenveel ruimte nodig als boven de grond. Dat betekent dat we soms minder bomen terug planten, maar de bomen krijgen dan wel een goede, ruimere groeiplaats mee. Daardoor kunnen ze op een gezonde manier groot worden.
Snoeien van bomen
De gemeente krijgt vaak verzoeken om bomen te snoeien. Meestal snoeien we een boom eens in de 3 tot 5 jaar, tenzij de boom bijvoorbeeld direct gevaar oplevert voor de omgeving. Onze boominspecteur bekijkt de bomen in de openbare ruimte regelmatig en bepaalt of snoeien nodig is. Meer informatie over wanneer we wel en niet snoeien vindt u op de pagina over snoeien van bomen.
Bomen bij projectontwikkeling
Als er bijvoorbeeld woningen gebouwd worden of een straat opnieuw ingericht, kan dit gevolgen hebben voor bestaande bomen. Bij dit soort ruimtelijke ontwikkelingen is het belangrijk goed te kijken of de bestaande bomen in het plan ingepast kunnen worden. Ook tijdens de werkzaamheden is het belangrijk om dit zo te doen dat de bomen die we willen behouden niet beschadigd raken. Zowel boven-, als onder de grond.
Vervangen van beeldbepalende bomen
Soms bepalen bomen het beeld in een straat. Geleidelijk aan vervangt de gemeente beeldbepalende bomen. Denk aan wijken met veel grote oude bomen. Bij de vervanging zullen we vaker dan in het verleden meerdere soorten en leeftijden bomen door elkaar planten. Dit doen we om bijvoorbeeld te voorkomen dat ziekten of plaagdieren van boom tot boom kunnen gaan. Denk aan eikenprocessierups. Door verschillende soorten bomen te planten, investeren we in het verlengen van de levensduur van bomen én in de biodiversiteit.
Voeding en bemesting
Bomen hebben voeding nodig. Die voeding bestaat uit zonlicht en CO2 uit de lucht, aangevuld met zuurstof, water, mineralen en voedingsstoffen uit de bodem. De natuur heeft dat zelf goed geregeld. Het laten liggen van gevallen bladeren zorgt ervoor dat de boom, als het blad verteerd is, de voedingsstoffen weer op kan nemen. Daar waar dit niet kan, bijvoorbeeld vanwege verkeersveiligheid, is het in sommige gevallen nodig om bomen extra voeding te geven, bijvoorbeeld kalk of bomenmest.
Boombunkers
In de stad is de ruimte onder de grond beperkt, door bijvoorbeeld riolering, kabels en leidingen. Dan creëren we ruimte door de boom in een zogenaamde ondergrondse ‘boombunker’ te planten. Een soort grote bloempot onder de grond. Zo hebben boom en omgeving geen last van elkaar. Op die manier behoudt Apeldoorn haar groene karakter.
Eikenprocessierups
De eikenprocessierups is een rups van een nachtvlinder. Mensen en dieren kunnen ’s zomers flink last hebben van de eikenprocessierups. De beestjes ontwikkelen naast de normale witte haren namelijk ook brandharen. Dit kan bij aanraking leiden tot jeuk, huiduitslag en irritatie aan de ogen of luchtwegen. We doen veel om te voorkomen dat de rupsen zich ontwikkelen. We proberen de natuurlijke vijanden van de rups aan te trekken. Dat zijn bijvoorbeeld vogels en wespensoorten. Toch kunnen we niet alles voorkomen. Heeft u een nest met eikenprocessierupsen gezien? U kunt de locatie doorgeven aan de gemeente. Wij verwijderen deze dan uit de boom. Meer informatie vindt u op de pagina over de eikenprocessierups.