Advies inzake voorstel Regeling Leerlingenvervoer

Ambtelijk secretariaat
Postbus 9033
7300 ES Apeldoorn

T: 06 28314935
E: adviesraadsociaaldomein@apeldoorn.nl

Datum: 27 september 2021

Ons kenmerk: ASDA 2021-03

Aan: College van B&W van de gemeente Apeldoorn
CC: Astrid Lubbers

Betreft: Advies inzake voorstel Regeling Leerlingenvervoer

Vanuit de Adviesraad Sociaal Domein heeft de werkgroep Opgroeien en Opvoeden op uw verzoek zich verdiept in het concept voorstel Regeling Leerlingenvervoer. Met name de leerlingen die aangewezen zijn of worden op deze vormen van vervoer naar hun onderwijsinrichting en/of stageadres hebben onze warme aandacht. Zoveel mogelijk artikelsgewijs willen wij u onze advisering en vragen doen toekomen. Overigens is er in grote lijnen waardering voor de duidelijkheid in het concept.

1. In het algemeen zal de regeling voor veel ouders en andere betrokkenen erg ingewikkeld zijn om te lezen en te bepalen welke onderdelen voor hen van belang zijn of op hen van toepassing en welke “tenzij’s” voor hen gelden.
   Wij adviseren u de mogelijke ondersteuning van een onafhankelijke cliëntondersteuner op te nemen in de regeling.
   
2. Wordt er gebruik gemaakt van busvervoer, dan wel taxivervoer, dan gaat het veelal om de meest kwetsbare kinderen/jongeren. Daar kan nog wel eens iets mis gaan (stress, teveel prikkels, e.d.) Dat vraagt het nodige van de chauffeurs. Wij missen in de regeling beschrijving over de vereiste kwaliteit van de chauffeurs/begeleiders en hoe deze wordt gewaarborgd. In de regeling staat wel een artikel over het gedrag van het kind/de jongere, maar gedrag is mede beïnvloed door de omgeving en/of begeleiding.
   Wij adviseren u een (sub)tekst op te nemen over de vereiste kwaliteit van chauffeurs/begeleiders.
   
3. In de verordening is (nog) niet opgenomen hoe de uitvoering na een bepaalde periode wordt geëvalueerd in samenspraak met ouders en chauffeurs/begeleiders.
   Wij adviseren u in de regeling op te nemen hoe de uitvoering in de praktijk wordt geëvalueerd, wij denken aan een jaarlijkse evaluatie.
   
4. Het voorgestelde beleid in de regeling gaat uit van stimulering van zelfredzaamheid en zelfstandigheid en het mogelijk maken van maatwerk. Alleen de opmerking “werken vanuit normalisering en focussen op de eigen kracht van de inwoners” en een gesprek daarover lijken ons niet voldoende garantie voor een goed vervolg. Welke deskundigen worden hier geraadpleegd?
   Wij vragen u duidelijk te maken hoe u dit gaat realiseren als gemeente.
   
5. Wij missen voldoende informatie over het (noodzakelijke) vervoer van leerlingen/jongeren naar een school buiten de gemeentegrenzen indien dit geldt voor kwetsbare kinderen, die niet met openbaar vervoer kunnen reizen.
   Wij vragen u duidelijk te maken hoe u met een specifieke casus omgaat als het een extra kwetsbaar kind of jongere betreft, waarbij een financiële tegemoetkoming voor eigen vervoer door ouders of ontoereikend of in de uitvoering door ouders zelf onmogelijk is?

 Ten aanzien van artikel 4:

• Wie houdt het gesprek met de ouders /leerling?
• Wie bepaalt uiteindelijk de mate van zelfredzaamheid van de leerling/jongere?
• Wie stelt vanaf 9 jaar het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan op?
• Wie bepaalt de mate van inbreng van de eigen ouders van de leerling naast het advies van deskundige(n) en wat gebeurt als deskundigen het met elkaar (of de ouders) oneens zijn? Wie beslist? Dit opnemen in de verordening.

Ten aanzien van artikel 8:

• Wat wordt in de verordening precies verstaan onder “de opstapplaats”?
  Deze mag niet te ver van het huisadres van de leerling gelegen zijn (in de Toelichting van de Verordening staat dat 30 minuten redelijk is). 
  Wij vragen u hierover meer duidelijkheid te verschaffen ten aanzien van leerlingen/jongeren met specifieke persoonskenmerken of behoeften. Niet iedere leerling is hetzelfde. Voorts wijst de gemeente de opstapplaats aan; dit kan risicovol zijn voor bovenbedoelde leerlingen. Hoe moet zo’n opstapplaats eruit zien (bushalte/abri o.i.d.)? De vraag blijft of dit wel passend is voor de groep leerlingen/jongeren die hierop zijn aangewezen.

 Ten aanzien van artikel 14:

Regeling ten aanzien van tijdelijk verblijf buiten de gemeente.
Hoe wordt dit ingepast bij leerlingen/jongeren die door een scheiding van hun ouders (deels of afwisselend) buiten de gemeente wonen (bij de andere ouder)?

Ten aanzien van artikel 15:

Het is goed dat er in de Verordening regels voor vervoer naar het stageadres zijn opgenomen. Toch zijn er voor de adviesraad wel vragen omtrent de toepassing van deze regels.

• Wat kan worden verstaan onder het “dichtstbijzijnde” voor de leerling/jongere toegankelijke stageadres?
• Kan het college/de gemeente bepalen welk stageadres moet worden bezocht en hoe is het overleg in deze met de school/opleiding en de stagecoördinator verzekerd? Stages zijn in deze tijd toch al heel moeilijk te vinden…..
• In de Toelichting bij de Verordening staat, dat het stageadres moet liggen op de route van huis naar school; Dit is veelal niet het geval. Hoe denkt de gemeente deze regel toe te gaan passen?

Ten aanzien van artikel 16:

In dit artikel is een opsomming van mogelijke deskundigen weergegeven in lid 1, die mogelijk (aanvullend) advies kunnen geven over de verstrekking van een vervoersvoorziening of een financiële tegemoetkoming.

• Welke invloed heeft hun advies op het uiteindelijke oordeel/beslissing van de gemeente?
• Als begeleiding in het vervoer vereist is (lid 2), kan de gemeente dit toch afwijzen, maar wat beslist de gemeente als die begeleiding tijdelijk (in afwachting van het moment dat zelfstandig reizen verantwoord is) toch noodzakelijk is of wordt geacht door de deskundige(n)?

Ten aanzien van artikel 21:

Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening kunnen B&W na overleg met ouders bekostiging verstrekken voor een andere “passende” voorziening, die goedkoper is dan of gelijk aan de kosten van openbaar vervoer. De aanvraagprocedures hiervoor vragen vaak veel inzicht van ouders, die dit er vaak niet bij kunnen hebben of eenvoudigweg niet aankunnen.

• Wij adviseren de gemeente hier oog voor te hebben en goed te kijken naar de wijze waarop zij van de ouders verantwoording en inzicht verlangen en hen hierbij zonodig te helpen.

De adviesraad is ingenomen met de plannen om ook de verordening leerlingenvervoer in algemene zin en in voorkomende situaties van leerlingen ter bespreking mee te nemen in het OOGO met het onderwijs.

Vooral nu het passend onderwijs zijn invulling krijgt is dit belangrijk voor het gehele onderwijsveld, waar leerlingen onderwijs volgen en aangewezen zijn op leerlingenvervoer.

Indien er bij u ten aanzien van ons advies nog vragen zijn, dan zijn wij van harte bereid deze te beantwoorden.

Met vriendelijke groet,

Hans Wesselink
Voorzitter Adviesraad Sociaal Domein Apeldoorn